Niets zo fijn als de frisse kou van deze week. Met een heerlijke drie graden onder nul, een strakblauwe lucht en een zeer lage luchtvochtigheid zijn dit de winterse omstandigheden waar ik zo van hou. Het nodigt uit om buiten te zijn, om de boel de boel te laten en om nieuwe energie op te doen.
Zo wandel ik deze week vele kilometers in de sneeuw en slee ik met angstaanjagende vaart van een paar polderheuvels in mijn gemeente Dronten. Daarbij ben ik niet de enige, om mij heen alleen maar kinderen. Geen enkele volwassene op de slee, hoe onbegrijpelijk. Geloof maar niet dat ik daarom twijfel of het wel oké is dat ik wel slee. Natuurlijk slee ik en ik meen aan sommige kinderogen te zien dat ze mij helemaal niet als volwassene zien maar meer als een erg groot kind dat geniet van het spelen. Dat hebben ze goed gezien. Maar het mooiste voor mij deze week is het schaatsen. Heerlijk om zo dicht bij het Veluwemeer en Drontermeer te wonen. De schaatsen aan, het ijs op, de spanning om te zien of ik het nog kan en of het ijs het houdt en dan….gaan. De weidsheid, de frisheid, het kraken en schrapen en de ontspanning, vriendelijkheid en opgeruimdheid bij alle mensen op het ijs. Wat ontzettend fijn!
Vroeger kon ik als kind ook al zo genieten van de winter. In mijn herinnering was het elke winter raak en kon er volop geschaatst en gesleed worden. Zelden voelde ik mij gelukkiger dan het eerste wintermoment waarop ik Jan en Zwaan door mijn geboortedorp Eext hoorde schallen. Ik zoek een meisje, wie durft het met mij aan komend vanuit de luidsprekers van de lokale ijsbaan. Als die zoektocht dan was afgelopen volgde Je loog tegen mij alsof ik een kind was van Drukwerk en als daarna Hij was maar een clown uit de keel van Ben Cramer klonk, dan wist ik het zeker, deze winter kan niet meer stuk!
Zodra het kon was ik op de ijsbaan te vinden. Een ijsbaan waar een oude touringbus dienst deed als kantine. Later werd het een heuse houten kantine waarin je diverse versnaperingen kon kopen. Voor 25 cent kocht ik er een bekertje kwast en als ik geen kwartje bij me had, mocht ik een bekertje gratis. Voor de gloeiende kachel dronk ik dan die heerlijke warme drank. Als ik daarna weer was opgewarmd ging ik direct terug naar de ijsbaan alwaar ik nog sneller kon dan daarvoor. Kwast was de motorolie voor mijn snelheid.
In die jaren was de ijskantine overigens meer dan een plek voor een glaasje kwast. Menig Eexter zat tot ’s avonds laat nog te genieten van een zeupie waarbij gaandeweg de neusjes van de drinkers roder werden dan dat die ooit door de kou konden worden. Nadat de laatste ronde op de ijsbaan was gereden, duurde het nog uren voordat de laatste ronde in de kantine een feit was. Niet dat ik daar onderdeel van was overigens, nee ik was allang thuis en lag in mijn warme bedje na te genieten van de dag en werd doezelig onder Een beetje verliefd van Andre Hazes dat nog duidelijk te horen was in deze late uurtjes.
In zo’n eerste week volgden dan direct al de schoolkampioenschappen schaatsen korte baan. Meestal op de vrijdagochtend. Zodra die wedstrijden waren afgelopen was er warme chocolademelk en waren we daarna de hele dag ijsvrij. Wat fantastisch om met de hele school op het ijs te staan. Mijn vader, die conciërge was, hielp mee als starter met de meesters en juffen, die vervolgens na afloop allen de rode-neusjes-kantine indoken. Hoe heerlijk de winters toen waren en hoe overzichtelijk het leven.
Zo gingen de weken van ijspret voorbij waarbij ik, toen ik ouder werd en de ijsdikte het toestond, op het Drents Diep van Eexterzandvoort naar het Zuidlaardermeer schaatste. Op dit prachtige meer vervolgens een paar rondjes, een beker kwast, een kop snert, nog een kwast en dan weer terug naar Eexterzandvoort om vervolgens na het avondeten direct weer naar de ijsbaan te gaan.
Maar, aan alle moois kwam uiteindelijk een eind. De laatste ijsdag, de dag voordat de dooi inviel, werd op de ijsbaan traditioneel besteed aan het priksleeën. Ik was daar nooit bij. Ik kon het niet verdragen omdat ik me maar al te goed realiseerde dat priksleeën het einde van de winter betekende. Op die laatste winterse dag werd het goddelijke schaatsijs opgeofferd aan een, in mijn kinderogen, belachelijk dom spel. Ik hoorde wel dat de mensen die meededen het erg naar hun zin hadden, maar ik begreep er niks van. Waarom niet nog gewoon een middag schaatsen in plaats van priksleeën?
Terug in Dronten 2021 is het duidelijk, na dit weekend valt de dooi in. Ik vind dat jammer, maar anders dan vroeger zal ik nu de laatste dag wel volop kunnen genieten want voor zover ik weet worden op het Veluwemeer dit weekend geen priksleewedstrijden gehouden. Toch?
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments