Deze week zag ik de aangrijpende documentaire Verraad van Chora van documentairemaker Sinan Can. Nederlandse soldaten voerden in 2007 een zware aanval uit op het Afghaanse dorpje Chora waarbij tussen de 50-70 onschuldige burgers om het leven kwamen. Een verschrikking voor de lokale bevolking, wellicht nu nog wranger omdat uit onderzoek duidelijk wordt dat de aanval op zijn zachtst gezegd omstreden lijkt. De impact van die actie heeft zijn weerslag op sommige toenmalige Nederlandse soldaten. Eén van die soldaten, Mark, toont zich kwetsbaar en worstelt met zijn herinneringen. Op dat moment in 2007 had hij geen keus, hij had gewoon te luisteren naar de bevelen. Maar nu, jaren later, heeft hij wroeging over wat er destijds is gebeurd.
Het is een warme voorjaarsdag in 1986. Ik zit in de bus, lijn 50, naar Groningen. Ik ben in Eext ingestapt en zal straks uitstappen aan de Hereweg in Helpman, een buitenwijk van Groningen. Ik ben nerveus en voel me ondanks mijn 1.98 meter erg klein. In mijn binnenzak prikt een brief tegen mijn borst. Ik heb hem de hele reis gevoeld. Ik kan er niet omheen en nu ik vlakbij de halte ben waar ik moet uitstappen, realiseer ik me volop dat ik me onzeker voel en bang ben. ‘Halte Rabenhauptkazerne’, hoor ik de buschauffeur plotseling omroepen. Ik kijk naar buiten. Hier moet ik zijn in het gebouw dat groot en kil lijkt. Hier zal ik gekeurd worden vanwege mijn oproep voor de militaire dienst lichting 1986. Waar ik al jaren tegen opzie, gaat nu gebeuren. Hoewel de meeste jongens uit mijn omgeving dit een fantastische gebeurtenis vinden en er zelfs naar uitkijken, heb ik het tegenovergestelde. Want sinds ik als klein jongetje in Eext in de jaren 70 een nare ervaring had met een soldaat weet ik al dat ik niks te maken wil hebben met het leger. Wat er toen gebeurde?
Ik ben een jaar of tien en samen met wat schoolvriendjes kijk ik met grote ogen naar een groep militairen die in mijn dorp hun bivak voor de nacht heeft opgeslagen. Een militaire oefening met vrachtauto’s, jeeps, tenten en heel veel soldaten. ‘Zeg kerel, weet jij of je hier ook ergens patat kan kopen?’ Een grote militair kijkt me aan. Ik schrik en antwoord: ‘Eh, patat, eh ja hoor, ik denk het wel’. Ik stamel en weet opeens niet goed meer wat er wel of niet in mijn eigen dorp te koop is. Een angstig gevoel bekruipt me, maar wegrennen doe ik niet. ‘Goed’, zei de soldaat, ‘haal jij dan voor ons maar even twee patat.’ De man reikt zijn hand naar voren en ik zie een groen briefje van vijf gulden. Ik durf niet te weigeren, zie om zijn schouder een mitrailleur hangen. Ik pak het geld en fiets snel weg. Kort daarna kom ik terug met de patat en geef het aan de soldaat. Het wisselgeld geef ik hem ook. Hij pak het geld, kijkt er naar en richt dan plotseling zijn mitrailleur op mij. Op indringende wijze vraagt hij me of dit wel al het wisselgeld is. De seconden daarna sta ik aan de grond genageld. Mijn benen voelen opeens ontzettend moe, mijn armen en handen beginnen te trillen en een enorme angst overvalt me. Ik ben totaal verlamd en durf niks te zeggen of te doen. Natuurlijk is dit al het wisselgeld, natuurlijk heb ik niks achtergehouden, maar de op mij gerichte mitrailleur zorgt ervoor dat de woorden in mijn keel blijven steken. ‘Hé hou op zeg, doe eens normaal man’. Een andere militair is er nu bij gekomen en spreekt zijn collega aan. Die kijkt op en reageert meteen. Hij laat zijn wapen zakken en stopt het wisselgeld in zijn zak. ‘Gaat het jongen?’, vraagt de tweede soldaat die me vriendelijk aankijkt. Ik knik behoedzaam en doe een stap achteruit. ‘Dank je wel voor de patat hoor, je hebt het goed gedaan.’ Ik hoor het amper en doe nog een stap achteruit. Net voor het moment dat ik me omdraai en weg wil gaan zie ik de grijnzende kop van mijn belager. Met trillende lippen en tranende ogen loop ik daarna snel weg.
Terug in 1986 verloopt de keuring zoals gepland. Ik word gewogen en gemeten. Mijn bloeddruk, hartslag, gehoor en ogen worden gecontroleerd en daarna volgt een individueel gesprek. Een koude kille kamer, kale witte muren, een groot bureau, daarachter een stoel met daarop een militair met een indrukwekkende snor. Hij wijst me een houten stoel en gebaart me te gaan zitten. Zonder dat hij me aankijkt zegt hij: ‘Zo, Talens, alles oké?’ Ik knik maar zeg niks. De man bladert wat in een stapeltje papieren, kijkt me dan opeens aan en glimlacht. ‘Aha, ik zie dat je studeert aan de pabo. Dat komt goed uit. We zijn altijd op zoek naar leidinggevenden. En ja, laat ik het maar zo zeggen, soldaten zijn net kindertjes. Ze doen alles wat je zegt en luisteren perfect. Dus ik neem aan dat je officier wilt worden?’ Ik zwijg en denk na over mijn antwoord. Ik laat zijn woorden op me inwerken. Soldaten zijn net kindertjes, ze doen alles wat je zegt. Onbewust geeft deze man mij een laatste zet. Ik zucht diep, haal adem en zeg hem dat ik op een heel andere manier naar kinderen kijk. Daarna laat ik hem weten dat ik niet in dienst zal gaan, dat ik een beroep zal doen op de Wet Gewetensbezwaren. De Snor kijkt op van zijn papieren en zucht: ‘Zonde, je keuring is voorbij Talens, je bent goedgekeurd.’
Een half uur later stap ik in bus 50 die me terug brengt naar huis. Anders dan vanochtend, geniet ik nu wel van die busreis. Ik zie de grote huizen van Haren, de oude boerderijen met rieten daken, het mooie veilige Drentse platteland. Ik voel me sterk. Ik ga dienstweigeren.
Wat daarna volgt is een langdurige procedure van gesprekken en verantwoording afleggen. En dan, op 7 oktober 1987, lees ik in een officiële brief van het Ministerie van Defensie dat ik ontslagen ben uit de militaire dienst. Wel moet ik vervangende dienst vervullen, maar dat vind ik prima. Alles beter dan soldaat te worden die moet gehoorzamen aan bevelen waar ik het wellicht helemaal niet mee eens ben.
In de documentaire van Sinan Can tonen sommige soldaten wroeging over de daden die zij moesten uitvoeren. Hun twijfels grijpen me aan. Hun onmacht is precies de reden waarom ik destijds een ander pad verkoos.
Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comentários