Op 12 april 1967 word ik geboren. Ik ben klein en kwetsbaar. Ik denk dat ik hulpeloos de ruimte inkijk waarin ik terecht gekomen ben, Kromveen 55 in Eext. De herinneringen aan mijn geboortehuis zijn ingesleten door het kijken naar foto’s uit die tijd. Ik weet er niet zoveel meer van.
Herinneringen heb ik wel aan mijn tweede huis. Als ik vijf jaar ben, verhuizen we. De Esweg wordt mijn nieuwe plek. In dit huis krijgen mijn broers en ik elk een eigen kamer. Jan als oudste de grootste, Bert als jongste de kleinste en ik als middelste de kamer die qua grootte tussen die van Jan en Bert in ligt. Hoe overzichtelijk is het leven in die jaren.
Tijdens mijn kinderjaren is mijn kamer vooral slaapkamer. Overdag ben ik op school of speel ik buiten. Pas als het avond wordt en ik moet slapen, komt mijn kamer in beeld. Ik hoor de kerkklok mijn laatste wakkere uren wegluiden voordat ik in een heerlijke zorgeloze slaap val.
Na de lagere school breken mijn tienerjaren aan. Ik ga naar de mavo in Gieten en meer en meer ben ik op mijn kamer. Ik doe er mijn huiswerk, neem de mooiste liedjes op met mijn eigen radiocassetterecorder en schrijf mijn eerste verhalen in een heus dagboek. De posters die er hangen veranderen met mijn leeftijd mee. De dierenposters verdwijnen, de anti-kernwapenposters komen. Wie op dat moment mijn kamer binnenkomt waant zich in een radicaal links bolwerk.
Als ik na de mavo in Assen de havo afrond en naar de pabo ga, verandert mijn kamer. Het aantal boekenplanken wordt uitgebreid en door mijn enorme lichaamsgroei moet mijn bed verlengd. Maar het mooiste op mijn kamer is het schoolbord dat ik van de lagere school in Eext krijg. Zo oefen ik mijn bordhandschrift en hou er middels lijstjes bij wat ik wanneer allemaal voor mijn opleiding moet inleveren. Mijn kamer wordt nu steeds belangrijker in mijn leven. Ik koop een kleine zwart-wit tv, lees er veel boeken en schrijf mijn eerste liefdesbrieven. Het is er fijn, gezellig en veilig.
In augustus 1989 verhuis ik naar Twente om te gaan werken bij het Instituut voor Leerplanontwikkeling in Enschede. Ik woon in die periode in Hengelo, in de Jacob Marisstraat, met drie andere jonge mensen in een flat waarbij mijn kleine kamer een nieuwe fijne warme plek wordt. Mijn leven overdag is fantastisch door alle nieuwe ervaringen en in de avonden vind ik rust op mijn kamer. Mijn elpee collectie groeit gestaag en mijn Pioneer pick-up draait overuren.
Als mijn vervangende diensttijd er eind 1990 op zit, solliciteer ik in Dronten naar een baan als meester op samenwerkingsschool de Brandaris. Ik word aangenomen maar een huis is er voorlopig niet. Ik kom op kamers te wonen aan de Handelsweg waar ik liefdevol wordt opgenomen in het huis van de familie van den Dries. Ik heb er een grote slaapkamer, maar omdat het een tijdelijk verblijf is, richt ik de kamer niet echt in. Gelukkig krijg ik vier maanden later door de woningbouwvereniging een eigen huis toegewezen. Aan de Rozemarijn krijg ik een eigen flatje met twee slaapkamers, een balkon en uitzicht op mijn school. Het is een heerlijke plek waar ik me direct thuis voel en na een drukke dag met een klas vol levendige kinderen heerlijk op mijn bank weg kan dromen.
En dan, in augustus 1991, is daar opeens Lilian. Ze studeert in Groningen en in de weekenden ben ik vaak bij haar. Het is er fijn en ik ben er graag. Na haar afstuderen vindt ze in 1994 een baan in Dronten. Ik verlaat mijn flat en verhuis met haar naar de Meerkoet. Het is een ruim huis met een grote achtertuin waar al snel onze kat en Lilians konijn vrolijk in rondhuppelen. Het bevalt ons er zo goed dat we vragen of we het huis kunnen kopen. Helaas is dit niet mogelijk maar alsof het zo moet zijn, de oplossing is opeens daar. Want aan de Grevelingen, ook in ons geliefde Dronten-Zuid, staat een huis te koop.
Het is 1 april 1996 als we de eigendomsovereenkomst tekenen en we dus een eigen huis hebben. Een huis waarin we lachen, huilen, liefhebben, boos zijn, dromen vangen, vrienden ontmoeten, rusten, slapen, ons bezinnen, ons bezatten, ons eigen pad kiezen en steeds weer terugkomen. Een huis waar het fijn is en ons het mooiste overkomt dat ons kan overkomen, de geboorte van onze zonen Erik en Jesse. Het is ons eigen veilige fijnste plekje op de hele wereld. Hier kunnen we zijn wie we zijn. Hier ben ik vrij.
Het is daarom dat ik met pijn in mijn buik de afgelopen week kijk naar de vreselijke beelden uit Turkije en Syrië. De aarde rommelt en binnen luttele seconden is alles wat belangrijk is weg. Je geliefde, je kinderen, je huis. Je eigen plek voorgoed gewist om nooit meer terug te kunnen naar je thuis. Ik vind het een hartverscheurende gedachte.
Wil je op de hoogte gehouden worden van nieuwe verhalen? Registreer je dan op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.
Comments