top of page

Lekker fietsen!

‘Ja, ik heb er veel werk in gestoken dus het is wel leuk dat zich dat loont.’ Mooie woorden van wielrenner Mathieu van der Poel die vandaag voor de tweede keer in zijn carrière de Ronde van Vlaanderen wint. Ik laat het even op me inwerken, die woorden. Ja het is wel leuk dat zich dat loont. De beste man heeft zojuist een koers van 285 kilometer gewonnen. Een koers waaraan hij inmiddels vier keer meedeed. Eén keer vierde, één keer tweede en twee keer gewonnen. De meest prestigieuze dagkoers van het wielerjaar winnen en Van der Poel verklaart dat hij het ‘wel leuk’ vindt dat al het harde werken zich heeft geloond. Wat een kerel. Voor mij is Van der Poel een fantastisch voorbeeld van hoe een topsporter kan zijn. Hard werken, er altijd voor gaan en als het lukt gewoon bescheiden blijven en je niet groter voordoen dan je bent. En mocht het een keer niet lukken, dan ook alle credits gunnen aan diegene die het wel is gelukt.


Ik kan het me maar moeilijk voorstellen. 285 kilometer op de fiets door de Vlaamse Ardennen waarbij je je van de ene kasseienberg naar de andere zwoegt. Daarbij ook nog eens honderdduizenden supporters aan de kant die je vooruit schreeuwen, waarbij je overigens ook constant moet blijven opletten dat een andere renner niet opeens van zijn lijn afwijkt waardoor jij kan vallen. Op tijd blijven eten en drinken en ondertussen in je koptelefoon de tips en adviezen van je ploegleider moeten aanhoren terwijl je constant op de toppen van je kunnen rijdt.


Met grote bewondering kijk ik vanaf mijn luie bank naar de schitterende tv-beelden, ondertussen genietend van een Belgisch biertje. Wat een strijd, wat een heroïek, wat een klasbakken. En dan, als na een slopende strijd uiteindelijk de wedstrijd voorbij is, nog even langs de journalisten voor een woordje over de gereden koers. Wat geweldig om te horen hoe deze renners dan zonder poespas of grootdoenerigheid antwoord geven.


Zelf fiets ik ook wel eens. Ik heb met het geld dat ik heb verdiend als verhalenverteller een paar jaar geleden een leuke racefiets gekocht. Als het weer dan niet te slecht is, de wind niet te sterk en het zonnetje lekker schijnt, wil ik nog wel eens de fiets pakken om een stukje te rijden. Niet als training of als racer, meer als toerist die op de fiets geniet van het landschap, de ontspanning en het fijne weer. Als ik dan zo’n anderhalf uur gefietst heb, vind ik het wel tijd voor een terras met een kopje koffie en een heerlijk appeltaartje. Om vervolgens, na een half uurtje, weer op de fiets te stappen voor het laatste stukje richting huis. Eenmaal thuis kan ik het niet laten om de fietsliefhebbers in mijn Koersmannenfietsappgroep even een berichtje te sturen over mijn prestatie, waarbij het bericht uiteraard vergezeld wordt van een mooie foto van mijn heerlijke appeltaartje. Het duurt dan maar even of hoon valt mij ten deel. Termen als dat ik een watje zou zijn, niet een echte koersman ben en dat echte renners nooit rusten, zijn de gangbare opmerkingen van mijn fietsvrienden die het vervolgens dan ook niet nalaten verslag te doen van hun imposante tochten. De één, mijn zwager Bart Jeroen, fietst met groot gemak op één dag de Elfstedentocht van 240 km, terwijl de ander, mijn vriend Gerrit, met beide vingers in zijn neus 185 kilometer in zes uur rijdt. Voor mij zijn hun prestaties overigens net zo groots als die van Mathieu van der Poel. Ik laat ze dat ook blijken! Maar in tegenstelling tot Van der Poel, die zijn mede-renners complimenteert, blijven lovende woorden bij mijn wielervrienden uit. En dat snap ik! Want net zoals ik het niet goed begrijp waarom je in één dag de Elfstedentocht zou gaan rijden of dat je 180 kilometer met een gemiddelde snelheid van meer dan 30 kilometer per uur fietst, zo is het voor deze bikkels maar moeilijk te begrijpen dat ik na ongeveer 90 minuten een terrasje zoek om een lokaal appeltaartje te keuren.


En zo rijden vele fietsliefhebbers in Nederland wekelijks hun eigen fietskilometers. De één waant zich de beste van allen en heeft in zijn hoofd zelfs radiocommentatoren die verslag doen van de geweldige koers, terwijl anderen na een stukkie gefietst te hebben een terrasje zoeken voor een natje en een droogje. Maar hoe het ook zij en wat een ieder ook doet, bij allen is er die fascinatie voor de fiets en het fietsen. En dat is natuurlijk iets geweldigs. Fietsen is voor jong en oud, voor snellen en langzamen, voor strebers en genieters. Met een jaarlijkse vijftien miljard kilometer is de fiets in Nederland goed voor bijna een kwart van alle verplaatsingen die we doen. En met een gemiddelde van 1,3 fiets per inwoner staan we wereldwijd aan de top. Het zijn duizelingwekkende cijfers die je hoofd doen tollen. Net zoals mijn hoofd nog steeds natolt van die ene prachtige zin van de gave Mathieu van der Poel na het winnen van die grote wielerkoers: Ja het is wel leuk dat zich dat loont.




 

Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Registreer dan je mailadres op https://www.gertspeelt.com/blog en krijg vervolgens wekelijks gratis een bericht in je mailbox zodra een nieuw verhaal is gepubliceerd.

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page