Even stamel ik en weet het niet meer. Het is muisstil in de uitverkochte zaal en iedereen kijkt in spanning hoe ik me hier uit ga redden. De locatie, het zwembad, had ik snel geraden. Het moordwapen, een schrijfpen, wist ik ook zeker. Maar het beroep? Geen idee.
Het is ergens in de jaren 90 en ik speel in theatergroep Schuim waarbij we ons vooral bezighouden met theatersport. Dit is een theatervorm waarin twee teams steeds een improvisatiescène spelen waarna het publiek mag aangeven welke scène zij het mooist vinden en wie dus de punten krijgt. Aan het einde van de avond worden alle punten opgeteld en de winnaar bekend gemaakt. Op deze bewuste avond speel ik samen met Greet, Willy en Lies in het Prinsentheater in Groningen tegen een studententheatergroep uit de stad.
Om er een beetje in te komen spreken we met de Groningers af dat we zullen starten met Cluedo. Dit is een spelvorm waarbij drie spelers van één team uit de zaal vertrekken en de laatste speler op de speelvloer blijft. Deze speler krijgt suggesties vanuit het publiek voor een locatie, een beroep en een moordwapen. Daarna wordt één van de afwezige spelers binnengeroepen en moet aan deze speler al spelend, maar zonder woorden, duidelijk gemaakt worden waar hij is, wie hij is en wat het moordwapen is. Zodra de speler dit weet schudt hij de hand van speler 1 en wordt speler 3 binnengeroepen. Nu moet speler 2 aan speler 3 alles duidelijk maken. Dit herhaalt zich bij de laatste speler die dan aan het eind de drie suggesties aan het publiek moet vertellen. Heb je alle drie suggesties goed dan win je punten. En ja, ik ben dus die laatste speler en weet helaas maar twee van de drie suggesties te benoemen.
De stilte in de zaal duurt nog even voort. Ik herhaal in beweging en gebaar wat ik zojuist van Willy voorgeschoteld kreeg, hopende dat ik hierdoor opeens het licht zie. Maar helaas, hoewel het publiek hartelijk moet lachen om mijn gekke bewegingen, ik krijg geen ingeving. Dus draai ik me om naar de presentator om hem te vertellen dat ik de derde suggestie echt niet weet. Maar dan, precies op het moment dat ik mijn mond opendoe, hoor ik een luide stem uit de zaal roepen: ‘Jan Bos’. Geroezemoes volgt, waarna nogmaals luid en duidelijk ‘Jan Bos’ wordt geroepen.
Heel eventjes kijk ik de zaal in naar waar het geroep vandaan kwam. Niet omdat ik niet weet wie er riep, maar om hem toe te knikken en te belonen met mijn mooiste glimlach. Maar het felle theaterlicht zorgt ervoor dat ik niemand zie zitten en dus draai ik me weer om naar de presentator: ‘en de derde suggestie, het beroep, is melkboer.’
Een groot ovationeel applaus klinkt op. Alle drie de suggesties goed en dus gaan de punten naar de polder. Ik maak een buiging, loop terug naar mijn stoel en ga zitten naast teamgenoot Greet. ‘Wie is Jan Bos?’, vraagt ze. ‘Wat denk jezelf?’, zeg ik haar terug. ‘En was dat nou jouw vader die opeens riep?’ Ik knik. ‘Is Jan Bos dan de melkboer uit Eext?’ Opnieuw een knik, waarna Greet in één van haar daverendste lachen ooit uitbarst. Als we later als winnaar van de avond naar de polder terugrijden is Jan Bos nog vaak te horen.
In aanloop naar de presentatie van mijn tweede boek, die komende zaterdag plaatsvindt, ben ik de afgelopen tijd een aantal keren geïnterviewd. Eén van de vragen die ik kreeg was of ik naast het schrijven van verhalen ze ook vertel. Ik vertelde dat mijn theaterervaring in de jaren 90 begon, waarna opeens Jan Bos door me heen schoot. Ik moest lachen. Dat ontging de journalist niet en hij vroeg door. Ook hij schoot daarna in de lach en vroeg: ‘Heb je hier ook een verhaal over geschreven in je nieuwe boek?’ ‘Nee’, zei ik, ‘dat verhaal komt in boek drie.’
Wil je meer van me lezen? Kijk dan eens op https://www.gertspeelt.com/. Je kunt daar ook mijn boeken bestellen met daarin vele korte verhalen.
Comments