top of page

Het zal toch niet

Op het panoramadak van Schiphol kun je goed zien wat er allemaal gebeurt op het vliegveld. Vliegtuigen taxiën, bagageautootjes rijden af en aan, een tankauto lost zijn brandstof en even verderop komt een vliegtuig langzaam aanrijden richting zijn gate. Het is een druk gekrioel en van bovenaf is het overzicht fascinerend. Al vaker stond ik zo te kijken naar die wondere wereld. Een wereld van verlangen naar het nieuwe en terugkeren naar het oude. Het is een wereld vol verhalen en dat is waarschijnlijk wat me er het meest in aantrekt.


‘Kijk daar in de verte, daar komt ie aan.’ Ik wijs Lilian waar ik de Finnair AY1305 zie aankomen. Via Flightradar heb ik het toestel op mijn telefoon al een tijdje in de gaten.  Met een nu vliegt ie over Groningen en even later een hij zit nu recht boven Swifterbant, houd ik Lilian constant op de hoogte. De gegevens over hoogte, snelheid en de nog af te leggen afstand en tijd, laat ik daarbij maar achterwege,  wetende dat ik soms ook iets teveel kan zijn.


‘Ja, ik zie het toestel’, hoor ik Lilian nu zeggen en samen zien we hoe langzaam maar toch heel zeker zoon Jesse terugkomt en zijn uitwisselingsjaar in Finland erop zit. Zo staan we hem nog uit te zwaaien op het vliegveld in Düsseldorf en voel ik me leeg als we het vliegveld verlaten, zo sta ik nu te popelen om naar aankomsthal 1 te gaan om hem bij de schuifdeur te zien binnenkomen.


Bij die schuifdeur staan we even later niet alleen. Een vrouw van middelbare leeftijd staat er met een grote hond. Die hond houdt net als iedereen de deur goed in de gaten. Telkens als die openschuift richt de hond zijn kop lichtjes op om te zien wie er aankomt. Maar dan, als blijkt dat het weer een onbekende is, laat ie zijn kop zakken en aanvaart gelaten zijn lot.


Datzelfde is overigens ook aan de hand met een jonge vrouw die voor ons staat. Ze heeft lange blonde haren en draagt een vuurrode broek die niet te missen is als je door de deur komt. Maar ook bij haar het zakkende hoofd als er andermaal een onbekende door de deur ons land binnenkomt.


‘Zie je die vrouw daar met die rode broek?’, hoor ik Lilian opeens vragen. Ik knik. ‘Zij stond daar al toen wij naar het panoramadak liepen.’ Ik kijk op mijn horloge, dan staat ze er al een uur. Een uur steeds maar mensen binnen zien komen om daarna steeds weer die teleurstelling te moeten doorstaan.  ‘Ze zal toch niet bij de verkeerde aankomsthal staan, het zal toch niet?’ Maar als ze even later haar telefoon uit haar schoudertas pakt en aan het bellen slaat, lijkt het antwoord ons opeens heel duidelijk. ‘Oh’, hoor ik haar zeggen, waarna ze om zich heen kijkt, wellicht om te checken bij welke deur ze staat. Daarna ruimt ze haar telefoon op en loopt weg. Ai, misschien is haar lief al alleen met de trein naar huis.


Dan staat opeens de hond op, rukt zich los van zijn vrouwtje en loopt met een enorme zwaaistaart naar een man. Onmiskenbaar zijn baas. Het is prachtig om te zien hoe blij de hond is. Hij weet zich haast geen raad en springt en duwt steeds maar weer tegen zijn baas. Maar na dik een minuut geknuffel, verlegt de man zijn aandacht en is het eindelijk tijd voor zijn vrouw, die eveneens beloond wordt met een liefdevol onthaal. ‘Mooi hè?’ Ja, ik vind het mooi, maar vind òòk dat het met Jesse nu wel heel lang duurt. Het zal toch niet dat ook hij bij een andere aankomsthal staat? Dan voel ik mijn telefoon trillen. Een berichtje van Jesse: eerste bagage is er nu.


Zestien minuten later, opent zich de deur en staat Jesse daar. Hoe vreemd. Je verwacht hem al tijden en dan staat hij daar toch op een onverwacht moment.  En nog gekker, opeens is  dit soms lange jaar plotsklaps voorbij en kunnen we terug naar het oude bekende.


Of?


Nee, niet terug naar het oude bekende maar op naar het nieuwe. Want dat is wat me bij het opvoeden van mijn twee zoons gaandeweg het meeste raakt. Dat datgene wat nog moet komen steeds minder door mij bepaald wordt en steeds meer door hen zelf. Dat de rollen zich aan het omdraaien zijn. En hoewel soms spannend, vind ik dat fantastisch.




 

 

Wil je meer verhalen van me lezen? Kijk dan eens op  https://www.gertspeelt.com/  Je kunt daar ook mijn boek ‘Kunnen we het nog aan?’ bestellen met daarin meer dan 100 verhalen.

Comments


bottom of page