top of page

Een bericht uit de hemel

‘Denkt u dat er een hemel is?’ Maarten van Rossum stelt deze vraag tijdens zijn optreden van vorige week in het theater van Dronten. Direct na de vraag draait hij zich om en sjokt naar een statafel om een kopje thee te pakken. Hij neemt een slokje en sloft terug richting publiek. ‘Steekt u uw hand eens op als u denkt dat er een hemel is?’ Ik kijk om me heen. Mijn hand blijft omlaag, maar om me heen zie ik een aantal handen de lucht in gaan. ‘Zo, dus toch wel’, mompelt Van Rossum. ‘Maar hoe stelt u zich dat dan voor?’


Als kind was ik gefascineerd door de verhalen over hemel en hel. Dat er na de dood nog iets moois zou zijn, maar om daar te komen moet je op aarde wel goed je best doen. Lief zijn, anderen helpen en vooral dankbaar zijn. Geen slechte dingen doen ook. Want ach en wee, dan wacht het hellevuur. Ik vond dat overigens wel een beetje gemeen. Want waarom moesten de slechten nog eens extra gestraft? Was het niet genoeg geweest dat zij na hun dood ook gewoon echt dood waren? En wat is trouwens goed of slecht en wie bepaalt dat? Ja, als kleine jongen had ik vaak diepe overpeinzingen.


Het idee van een leven na de dood liet me niet los. Als ik speelde bij de hunebedden in mijn dorp, dacht ik aan de bouwers. Zij geloofden er in. Tijdens de geschiedenislessen hoorde ik over het volk van Egypte en hun piramiden. Zij geloofden erin. En op de zondagschool hoorde ik de mooiste verhalen over de hemel en ik hoopte dat het waar was. Want als kindje zag ik het verdriet van mijn moeder toen haar oudste zus te vroeg stierf. Daarom hoopte ik zo dat als mijn moeder heel oud zou zijn en dan dood zou gaan, dat ze dan in de hemel weer haar zus zou zien.


Tijdens Van Rossums optreden komen al die herinneringen naar boven en botsen met mijn overtuiging van nu, want er is helemaal niets na de dood. Dat idee wordt bevestigd als Van Rossum de vraag mompelt of er in de hemel ook jaargetijden zouden zijn en of het daar ook zo’n mistige januari geweest was. Ik moet lachen om zijn opmerking en ben meer dan ooit overtuigd van mijn eigen gelijk: natuurlijk is er geen hemel, wat een onzin!


Maar opeens zit jij eergisternacht naast me op mijn bed. ‘Dag jongen, hoe gaat het met je?’ Ik weet meteen wie je bent, herken je stem uit duizenden. ‘Hoi Dick, wat fijn’, en voel een warme gloed door mijn lichaam trekken. Want hier naast me, terwijl ik slaap, zit Dick met wie ik zo’n fantastische reis maakte in Zuid-India. Dick die 88 werd en in april 2024 overleed. Ik wist dat hij ziek was. Ik wist ook dat de dood niet lang op zich zou wachten. Maar toen ik de kaart op de deurmat zag, deze opende en zijn overlijdensbericht las, schrok ik toch. Ik voelde me verdrietig. Omdat ik hem nog zo graag had willen spreken om hem nogmaals te bedanken voor zijn vriendschap en zijn gulle grappen. Maar de dood kwam en ik bleef achter met een leeg gevoel.


‘Dick ik had je nog wat willen zeggen.’ ‘Ik weet het jongen, maar het geeft niets. Ik heb het altijd wel gevoeld, het is goed zo.’ Ik open mijn ogen, zie het gordijn bewegen en hoor de wind. Kort daarna val ik weer in slaap.


Toen ik gisteravond weer ging slapen hoopte ik dat hij weer terug zou komen. Maar dat gebeurde niet en ik weet ook waarom. Want natuurlijk zat hij daarboven te genieten van een glaasje Drambuie, want dat hebben ze daar!




 

Wil je meer van me lezen? Kijk dan eens op https://www.gertspeelt.com/. Je kunt daar ook mijn boeken bestellen met daarin vele korte verhalen.


Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page